Werkdruk verminderen begint in de klas, bij het zien van de leerlingen en hun behoeften. Het is als de piramide van Maslow; pas als er aan basisbehoeften voldaan is, komt er ruimte om aan zelfontplooiing te werken.
Dealen met dagelijkse obstakels lukt als je je K-ijkpunT goed kiest: Kijk vanuit die leerling naar leerdoelen e.d. en zie wat bij hen past, wat voor hen reëel en haalbaar is.
De rust, die hierdoor ontstaat, creëert ruimte.
Pas als je kunt dealen met de dagelijkse behoeften van de leerlingen ontstaat de ruimte die nodig is om aan de structuur in de klas te werken.
Dat geeft nog meer ruimte. Daarna kun je gaan werken aan een goede sfeer in de klas.
Dan komt er ruimte bij iedereen voor waardering voor elk individu in de klas.
Als elk individu (inclusief de leraar!) zich gewaardeerd voelt in de klas kan autonoom leren (zelfontplooiing) plaatsvinden.
En… de zelfontplooiing uit zich in werkplezier.
Passende taak
Door een lestaak te ‘ijken’ op de leerlingen en hun leren te sturen richting leerdoelen en verwachtingen, creëer je rust en helderheid voor jezelf. En omdat elke leerling graag een taak doet, die zinvol, duidelijk en niet te moeilijk is, krijg je bovendien een klas vol zelfstandige en werklustige leerlingen.
Met ontwerpend en onderzoekend leren is het mogelijk om passende taken te creëren.